Circulair ondernemen is een heel belangrijk gedachtengoed binnen onze bedrijfsvoering. Door processen en omgeving met elkaar te verbinden versterk je het geheel. Zo is het geheel meer dan de som der delen. Wij denken en werken binnen de verschillende bedrijfsonderdelen steeds in cirkels. Dit is ook één van de basisgedachten achter biologisch dynamisch boeren. Wil – ondernemer, eigenaar en boer – heeft hieronder een aantal aspecten van circulariteit in Fruittuin van West toegelicht, zoals alleen híj dat kan.

Een heerlijke combinatie! Kippen zijn namelijk bosdieren die veel willen scharrelen. Liefst onder bomen, want daar leven veel wormen en insecten; hun favoriete eten. Voor de boom is het goed: de kippen zorgen voor bemesting, bladvertering en reduceren schimmels en schadelijke insecten. Voor ons een belangrijke cirkel. De combinatie fruitteelt – pluimveehouderij wordt eigenlijk niet serieus toegepast in Nederland. Her en der is er een pluimveehouder die een boomgaard voor de uitloop om zijn stal bouwt. Helaas krijgen de bomen vlakbij de stal een overdosis mest en de bomen iets verder weg krijgen niks. In de professionele fruitteelt zie ik nergens een serieuze hoeveelheid kippen. Ook niet bij de biologisch dynamische bedrijven.

Wij hebben legkippen en vleeskippen. Voor onze vleeskippen hebben we verrijdbare nachthokken gemaakt. Het systeem met de verplaatsbare nachthokken werkt ontzettend goed.  Doordat we elke dag de hokken verplaatsen – en de kippen dus elke dag op een nieuwe plek naar buiten gaan – krijgen we overal mest. Onze legkippen zien onze héle boomgaard als thuis. Zo voorkomen wij overbemesting. Het enige nadeel voor de kippen is dat ze – los in de boomgaard – een gemakkelijke prooi zijn voor de buizerd. Daar moeten we ons steeds slimmer tegen wapenen.

Alle het échte onderzoek omtrent biodiversiteit die wereldwijd gedaan zijn in de fruitteelt geven aan dat een hogere biodiversiteit geen positieve en soms zelfs negatieve invloed heeft op bijvoorbeeld het terugdringen van schimmels en insecten. Met écht bedoel ik onderzoek dat door vakmensen gevolgd en gedocumenteerd is. Wij kunnen ons daar niet bij neerleggen en bewijzen op ons bedrijf graag het tegendeel. In de praktijk hebben vrijwel alle bio- en biodynamische fruitbedrijven een monocultuur op 95% van de oppervlakte. De problemen zijn groot in de fruitteelt. Er zijn vaak te veel schadelijke schimmels en insecten en veel fruitbomen hebben tekorten aan mineralen. Met dit in ons achterhoofd zijn wij in 2014 Fruittuin van West gestart. Met naast fruit, ook een flink aantal kippen, wat koeien, varkens, ganzen en bijen. Onze boomgaard met ruim twintig verschillende soorten fruit, is anders dan alle andere boomgaarden. Dit alleen al brengt een grote (bio)diversiteit. Daarnaast teelt ‘Pluk! Groenten van West’ een breed assortiment groenten.  Aan de achterkant van ons bedrijf hebben we nog twee hectare moeras en aan de overkant van de weg – als onderdeel van ons koeienweiland – nog twee hectare natuurgebied.

Vier jaar geleden hebben we frambozen tussen de kersen geplant. Van dé problemen in de reguliere kersenteelt, de Suzuki fruitvlieg en de Zwarte kersenluis, hebben we nauwelijks last. Samen met Natuur- en Milieufederatie van Noord Holland en anderen doen we in 2019 en 2020 een aantal onderzoeken – gericht op invloed van biodiversiteit, bekeken vanuit de professionele fruitteelt. Op dit moment hebben wij, net als wereldwijd vele anderen, belangstelling voor voedselbossen. Een productiesysteem waar verticaal meerdere gewassen op een stuk grond staan. Dus ook op de grond onder de bomen groeit voedsel. Daarom zijn we in gesprek met aanhangers van voedselbos-goeroe Ernst Götsch (Syntropic Agriculture) om proefstukken aan te leggen. In die proeven gaan we voornamelijk op zoek naar de invloed van voedselbos op schimmels, insectendruk en verbetering van mineralisatie in de bodem.

De bodem is de basis van ons bedrijf. Vanuit daar moet het gebeuren. Tussen 2010 en 2014 was op ons stuk land een gronddepot. Dat verklaarde de slechte bodemstructuur van een deel van onze boomgaard; de vele zware machines en de verzamelde vreemde gronden hebben hun weerslag gehad op de kwaliteit van de bodem. Ons perceel is opgedeeld in drie eilanden, hieronder beschrijf ik per eiland het bodemleven en de uitdagingen die de bodem daar met zich meebrengt.

Eiland 1, het eiland waar onder andere onze perenbomen staan.

De bodem heeft hier een mooi organisch stofgehalte, een hoge PH waarde en er is een grote hoeveelheid wormen. We brengen enkel wat compost over het kleinfruit op dit eiland; met de kippen, varkens en ganzen hier lopen gaat de bemesting eigenlijk vanzelf.

Eiland 2, het eiland tegenover het Tuincafé.

De bodem heeft hier een lager gehalte organische stof. We hebben de bramen, frambozen, aardbeien en kiwibessen weer veel rijpe compost gegeven uit onze eigen biomeiler, die de struiken en planten fantastisch voedt. Door daarnaast ook regelmatig ons pluimvee op dit eiland te laten lopen, zijn we hier op de goede weg.

Eiland 3, het eiland als je rechts gaat vanuit het Tuincafé

Hier is de grond niet goed genoeg, het heeft het laagste organische stofgehalte en een beroerde structuur. We hebben hier de afgelopen jaren de nodige problemen van ervaren. Met name van te grote hoeveelheden water dat niet goed genoeg afgevoerd werd, hebben de herfstframbozen en de late kersen een klap gehad. De appels doen het wél goed. We hebben in de winter 2017/2018 zeshonderd (!) gaten geboord, vlak boven het drainagesysteem en gevuld met schelpen om zo een beter afvoer te krijgen. We hebben naar deze grond al veel compost gebracht en bovendien hebben we hier ook kippen en koeien lopen, dit lijkt zijn vruchten af te werpen. Dat konden we goed zien toen er sneeuw viel; de sneeuw was hier als eerste gesmolten, naar verwachting door de warmte die geproduceerd wordt tijdens de bodemactiviteit.

Wij gebruiken geen chemische middelen en koper, hierdoor zijn de bladeren die van de bomen en struiken vallen, lekkerder voor het bodemleven. Ze verteren dus snel en dat is belangrijk; foute schimmels zoals schurft nestelen zich gemakkelijk in bladeren die lang blijven liggen. En deze zijn een groot probleem voor een succesvolle teelt.

Nog een mooi cirkeltje: De compost die we in de boomgaard gebruiken, komt nu uit onze eigen biomeiler. De biomeiler is een composthoop met onder andere houtsnippers van de plaatselijke hovenier. Het heeft hier twee jaar gerijpt en warmte gegeven voor de vloerverwarming. Nu is het echt prachtige compost. Voor meer info: zie www.biomeiler.com.

Het water in de sloten om ons heen stroomt nauwelijks door; wij zitten aan het eind van deze watergang. De sloten zijn erg rijk aan mineralen wat betekent dat er veel groeit in het water. Op dit moment gebruiken wij het maaisel van de slootkanten als bemesting van de grond van Pluk! Groenten van West. We zoeken nog naar andere manieren om gebruik te maken van alles wat in de sloten groeit; bijvoorbeeld de mogelijkheid om energie te halen uit algen.

Ook bij de bouw van de schuur, de Bio-winkel en het Tuincafé hebben we vanuit circulaire gedachte gewerkt. We hebben een dak van aarde, veel wanden afgewerkt met leem en al het hout dat we gebruikt hebben is tweedehands. Daarnaast hebben we met goed herbruikbare materialen als beton gewerkt. Alle energiestromen in het gebouw lopen in cirkels zodat we ze van alle kanten benutten.

We hebben overal WTW – Warmte Terug Winning – aangelegd. Dit betekent dat we opgevangen warmte en restwarmte opnieuw gebruiken op andere plekken, zoals in de radiatoren van de zitbankjes in het Tuincafé.

We hebben ook organische reststromen: de witlofpennen worden opgegeten door onze koeien en laatste restjes brood gaan naar de ganzen. De varkens zijn echte alleseters die bijvoorbeeld het keukenafval met smaak opeten. Wat overblijft zijn eierschalen of etensresten op de borden, deze gaan via een vermaler in de gootsteen naar de biovergister en van daaruit over de biomeiler naar de  boomgaard waar het de bodem voedt.

Ook bij de bouw van de schuur, de Bio-winkel en het Tuincafé hebben we vanuit circulaire gedachte gewerkt. We hebben een dak van aarde, veel wanden afgewerkt met leem en al het hout dat we gebruikt hebben is tweedehands. Daarnaast hebben we met goed herbruikbare materialen als beton gewerkt. Alle energiestromen in het gebouw lopen in cirkels zodat we ze van alle kanten benutten.

We hebben overal WTW – Warmte Terug Winning – aangelegd. Dit betekent dat we opgevangen warmte en restwarmte opnieuw gebruiken op andere plekken, zoals in de radiatoren van de zitbankjes in het Tuincafé.

We hebben ook organische reststromen: de witlofpennen worden opgegeten door onze koeien en laatste restjes brood gaan naar de ganzen. De varkens zijn echte alleseters die bijvoorbeeld het keukenafval met smaak opeten. Wat overblijft zijn eierschalen of etensresten op de borden, deze gaan via een vermaler in de gootsteen naar de biovergister en van daaruit over de biomeiler naar de  boomgaard waar het de bodem voedt.

Fruittuin van West is een aaneenschakeling van cirkels die met elkaar een prachtig geheel vormen.  Hierboven heb ik een aantal van de cirkels op ons bedrijf uitgelicht. Eigenlijk is dat tegen onze filosofie in, ons motto is dat je dingen in zijn geheel moet zien. Want het geheel is meer dan de som der delen.

Fruittuin van West Amsterdam